12.1.12

Dieetmaand

Tijdens de eerste paar dagen van januari kunnen we maar aan één ding denken: Goede voornemens. Zijn Nederlanders gek op, dus jij en ik ook. Op 31 december 2011 is dan ook niet de meest gestelde vraag: “Hoe gaat het nou met jou?’, maar “En, wat zijn je goede voornemens voor het komende jaar?” Vreselijk burgerlijk. Echter, na een paar glazen bubbels ben je op dreef en staan er tien belachelijke voornemens op een servet geschreven. Nog een paar glazen bubbels, oliebollen en ontelbare shotjes verder en het is inmiddels 2 januari 2012. Met rode ogen, duf ruikend haar en een onverklaarbare zuigplek in je nek verschijn je op werk, waar natuurlijk weer wordt gevraagd wat je goede voornemens zijn. No fucking clue. De waas van de champagne en die – stiekem gerookte – joint zijn nog niet verdwenen, maar het servetje – met de voornemens – wel. Gek genoeg herinner je je iets met een appel een haai en een kooi. Maar dat kan vast niet kloppen. Je houdt niet eens van appels. Daarom reageer je met het meest duffe antwoord van alle goede voornemens: “Vijf kilo puppyvet kwijtraken en misschien iets minder bubbels”. Je collega is gelijk dolenthousiast en vertelt dat zij en 30 andere werknemers precies hetzelfde voornemen hebben. “Wat een toeval hè?” Om elkaar te steunen hebben ze een clubje opgericht dat het ‘ziekenhuisdieet’ volgt en jij kunt ook meedoen. Het dieet bestaat uit een paar blaadjes sla, tomaat, een droge boterham en vijf glazen water. Per dag. De opmerking “Daar kom je inderdaad snel meer in het ziekenhuis,” slik je weg en er worden e-mailadressen uitgewisseld. Alles voor de kilo’s toch?
De daaropvolgende weken bestaan uit bijzonder veel ‘SlimFast’ reclamespotjes, gesnauw naar je vriend, chagrijnige collega’s - zo’n 30 stuks - en oneindig veel huilbuien in de badkamer. Maar godzijdank; na vier weken ben je zes kilo kwijt. Zes! Dolgelukkig neem je een mars. Het is immers februari. De week erop zit je bij de Griek. Daarna bij de Italiaan. Eind februari ben je zeven kilo aangekomen. Gefrustreerd neem je in maart een abonnement op de sportschool, dat je na twee maanden opzegt. Eind mei begin je met hardlopen, maar je houdt niet van regen en met lekker weer rennen is voor losers. In juni ontdek je dat popcorn ook uit goede vetten bestaat. Na de vakantie in Turkije – het grote döner kebab land – beginnen de borrels op het werk. Daar hoort een wit wijntje bij. Soms vijf. Gedurende november is het zo verschrikkelijk koud dat je wel warme chocomelk moet drinken. Dagelijks.
Aan het einde van 2012 weeg je precies hetzelfde als het jaar ervoor. Jij bevindt je echter in een gelukzalige roes. De goede voornemens komen eraan en jij weet precies wat je voornemen voor 2013 wordt: “Vijf kilo puppyvet kwijtraken en misschien iets minder bubbels”.

5.1.12

Lief zijn

Lief zijn. Het meest misbruikte woord van de afgelopen halve eeuw. Wij - vrouwen - willen helemaal niet dat je lief bent. Niet in onze relatie en zeker niet als je tot het mannelijke geslacht behoort. Zodra je als 'vriendlief' het gore lef hebt om wél lief te zijn, schoppen we je direct de gft-bak in. Geen idee namelijk hoe we daar mee om moeten gaan, met dat lief zijn. Want stel je toch eens voor: iemand die 24/7 voor jou klaar staat. Geurkaarsjes. Leuke verjaardagscadeaus. Verrassingsuitjes. Smsjes die worden beantwoord. Yugh.
Zoals goeie vriend Joep het al eens mooi verwoorde: “Leuke meiden kiezen altijd voor de bad guy en nooit eens voor een goeie gozer als ik”. Pijnlijk, maar een waarheid als een koe. Vrouwen gaan niet voor geurkaarsjes, maar massaal voor pijn en vernedering. Ik ook. Mijn eerste vriendje was niet bepaald hemel op aarde. Tijdens het begin van onze 'verkering' was hij natuurlijk zeer schattig en lief. Tot het moment waarop ik 'te onzeker' was en hij dit op elk mogelijke manier liet blijken. Fijne jongen. Kon iemand me tegenhouden om toch met hem om te blijven gaan? Mais non. Zelfs toen hij er nog een ander vriendinnetje bij had, bleef ik heilig geloven dat hij de ware was. Naïef? Damn sure. Maar ik ben niet de enige. We kennen allemaal wel een vriendin die te maken heeft gehad met soa-souvenirs, wekenlange radiostiltes, waarschuwende moeders en het ‘per-ongeluk-ontvrienden-op-facebook’ fenomeen. Denken we dan als vrouw: “Deze numbnut is me totaal niet waard, waar ben ik mee bezig?”. Natuurlijk niet. We laten de soa verwijderen, kopen beltegoed voor hem en vragen of hij weer vriendjes op Facebook wil zijn. O, en of hij ook even zijn nummer opnieuw kan sturen, want die zijn we ook per ongeluk verloren. Whoopsie.
Er is maar één reden waarom we als vrouw deze onderdanige positie innemen. 'Veranderen’. We hopen dat hij opeens denkt: “Goh, nee. Ik wil geen ongelooflijke tyfuseikel meer zijn. Laat ik nu gewoon eens trouw aan mijn vriendin blijven. Lekker simpel”. Dat gebeurt alleen niet. In plaats daarvan komen we totaal klote uit de relatie, zonder nog een beetje eigenwaarde en het besef dat dit gevoel zal verdwijnen. Totdat we na deze relatie de goeie gozer - zoals Joep het noemde - tegenkomen. Met geurkaarsjes. Deze man belt daadwerkelijk terug en vindt het niet nodig om je graatmagere lijf 'te dik' te noemen. Opeens beseffen we ons dat de bad guy maar een fase is. Een fase die we altijd moeten doorlopen, maar die - hopelijk - na één foute relatie afgelopen is. Die geurkaarsjes zijn bovendien zo erg nog niet. En als je een beetje geluk hebt kun je soms alsnog je temperament kwijt. Dan krijs jij dat hij godverdomme de wc-bril eens naar beneden moet doen en gooit hij schreeuwend z’n telefoon stuk tegen de muur. Maar dan is het moment voorbij en doen we nog maar één ding: lief zijn.