Tijdens mijn studententijd was het motto voor een avondje
uit meestal ‘Party. Hard’. Want wat moet je anders met de vrijheid van een eigen
woonruimte, genoeg nutteloze uren te besteden en een medicijnkastje vol
paracetamol? Precies.
Langzamerhand wordt echter iedereen – behalve ikzelf – ouder
en krijgen vrienden of vage kennissen een fulltime baan. Opeens gaan gesprekken
niet meer over belangrijke zaken als het volgende rondje, maar de koffiemachine
op werk of een ‘VrijMiBo’ (lees: kantoortaal voor de Vrijdag Middag Borrel). Op
dit soort momenten sluit ik mezelf dan ook mentaal af. Ik knik een paar keer,
mompel: “Ja, hm-hmm”, en denk ondertussen aan het broodje dat ik over vijf
minuten bij Bakker Bart ga halen. Want zelfs als semiwerkende heb ik weinig met
de begrippen koffieautomaat of VrijMiBo. Ik drink geen koffie, behalve als er
Starbucks op staat, en ‘borrelen’ klinkt als iets wat oude mensen met een
sigaar doen.
Deze borrel heb ik dan ook altijd weten te vermijden. Waar
moet ik het immers over hebben met collega’s of vreemden met een baan? Declarabele
uren (wat)? De AEX (wie)? Waar ik mijn geld in investeer (kleren)? Of misschien
een veilig onderwerp als de koffieautomaat? Dat klinkt nou niet bepaald sexy.
Het klinkt eerder als een avond die ik beter kan besteden. Voor de televisie bijvoorbeeld.
Maar tijdens oudejaarsavond ontdekte ik het fenomeen ‘FRANK’:
Dé borrel der borrels in Rotterdam. Geen idee wie FRANK is, wat hij doet en
waarom er een borrel naar hem is vernoemd, maar om 11 uur ’s avonds stond ik
tussen alle ‘FRANK’ers’ in de Cruise Terminal. Rete-gezellig, leuke muziek en
geen sigaarrokende oude mannen: Topavond dus. Maar aangezien dit een
oudejaarsfeest was, kreeg ik nog steeds niet echt het ‘borrelgevoel’. Dus toen FRANK
zijn naam waarmaakte, besloot ik dat ik met hem wel eens wilde borrelen.
Zo gezegd, zo gedaan.
Ik snap nu dat ‘borrel’ eigenlijk een net woord is voor het ‘ik-zoek-een-neuker-voor-de-avond’
feestje. Of misschien voor de lieverds: Een partner voor life. Er waren
namelijk geen visitekaartjes te bekennen. Die van mij bleven ook onderin m’n
tas, want de voorstellen die ik kreeg, waren niet bepaald zakelijk. De borrel
van FRANK is daarom beter te omschrijven als loeren en sloeren met een
housebeat op de achtergrond. En echte knapperds in de zaal.
Sinds FRANK ben ik dan ook enorm fan van de VriMiBo. Wie
houdt er immers niet van loeren, sloeren en ouwehoeren? Dat ik om elf uur ’s
avonds in bed lig en ’s ochtends geen kater heb, is het ultieme extraatje voor
een 25-jarige. Tel daar nog eens alle knappe mannen bij op (veel), de
inwisselbare muntjes (jippie) en een huurbare locker voor al je rotzooi (dubbel
jippie) en ik ben om.
FRANK met jou ga ik nog heel vaak borrelen.